Onderwijsvernieuwing

Op deze pagina willen wij u meenemen op onze reis naar onderwijsvernieuwing.

Eigentijds onderwijs

Vanaf  schooljaar 2020/2021 zijn we een nieuwe manier van organiseren van ons onderwijs gaan vormgeven, waarbij de rol van het kind en van de leerkracht anders is dan in het huidige traditionele onderwijs. We werken nu met de weektaken in classroom, waardoor de kinderen meer eigen verantwoording hebben. 

De tijd waarin wij, dus ook de kinderen leven, is veranderd. We haken met ons onderwijs in op eigentijdse ontwikkelingen, waarbij kinderen meer verantwoordelijkheden over het eigen leerproces krijgen. Het leren speelt zich niet meer uitsluitend af binnen de muren van een klaslokaal. De leerkracht wordt meer begeleider en coach in kern- of basisgroepen. In wisselende leergroepen wordt het onderwijs afgestemd op de leerbehoeften van de kinderen. " Mijn" klas maakt plaats voor "onze" kinderen en de verantwoordelijkheid voor deze kinderen wordt gedeeld. 

Wat zie je als je een kijkje komt nemen in onze school?

Alle kinderen van een leerjaar zitten bij elkaar in een stamgroep (unit) met meerdere leerkrachten en/of onderwijsassistenten. Ieder leerjaar beschikt over 2 lokalen. Daarnaast is de aula een leer/werkplek voor diverse groepen. 

We werken met een kwaliteitskaart, waarin we data verzamelen en ordenen (de data vertellen de leerkrachten in hoeverre de kinderen voldoende profiteren van het onderwijs dat ze krijgen). De leerkrachten gaan de data duiden (de data analyseren en interpreteren) en doelen stellen (de aanpak wordt afgestemd op ondersteuningsbehoeften van de kinderen). De leerkracht heeft nu invloed op  leerstofaanbod, leertijd, klassenmanagement, didactisch handelen, pedagogisch handelen en schoolklimaat. (doen)

Wat zijn de voordelen van het eigentijdse onderwijs?

  • Van en met elkaar leren, kinderen met verschillende talenten ontmoeten elkaar en werken samen.
  • Meer tijd en/of ruimte voor kinderen.
  • ‘Meerdere ogen’ (leerkrachten/onderwijsassistenten) volgen dagelijks de kinderen. In één unit werken een aantal medewerkers nauw samen en volgen ze de ontwikkeling van de kinderen.
  • Kinderen krijgen instructie en/of verlengde instructie in kleine groepen. 
  • Gebruik maken van kwaliteiten van elkaar. De ene medewerker heeft een passie voor de talige vakken, de ander is gespecialiseerd in het geven van vakken als dans en drama en een volgende heeft specifieke ervaring met spraak-taal problematiek. Deze kwaliteiten komen in een unit ten goede aan alle kinderen.
  • Binnen elke unit zijn verschillende leerkrachten/onderwijsassistenten samen verantwoordelijk voor goed onderwijs. Zij maken gebruik van elkaars kwaliteiten. Dit is goed voor het onderwijs en de kinderen.
  • Inzet van verschillende vakleerkrachten. Een halve groep gaat naar een vak-uur, waardoor er 2 leerkrachten/onderwijsassistent beschikbaar zijn voor de andere helft kinderen. 
  • Inzet vakleerkrachten: kinderen kunnen werken aan hun talenten, sociale vorming, digitale geletterdheid en expressie.